We reden op een regenmiddag naar 't noorden
We moesten spelen in Delfzijl of Sappermeer
We zaten warm, droog en veilig in de auto De ruitenwissers zwiepten dapper
heen en weer
Zomaar een grijze dag in februari
De zon heeft zich in geen weken laten zien
Ik weet ook niet of 't ooit nog zomer wordt
En even later: Blauwe zwaailichten in de verte
We reden stapvoets, in de file, dichterbij
D'r was een ongeluk gebeurt, je zag ze liggen
En in de regen stond er een ziekenwagen bij
Zomaar een grijze dag in februari
De zon heeft zich in geen weken laten zien
Ik denk ook niet dat 't ooit nog zomer wordt
Zomaar een grijze dag in februari
De zon heeft zich in geen weken laten zien
Ik denk ook niet dat 't ooit nog zomer wordt
We reden op die wintermiddag zwijgend verder
We moesten spelen in Delfzijl of Hoogeveen
't Was buiten regenachtig, koud en bijna donker
En ieder staarde in de auto voor zich heen
Zomaar een grijze dag in februari
God heeft zich in geen weken laten zien
Ik denk ook niet dat 'ie nog iets om ons geeft

Composição: