395px

Iedereen Met Zijn Verslaving

Os Depira

Cada Qual Com Seu Vício

Quando chega a noite o escuro vem me acordar
Então sigo os meus passos e rumo pra algum bar
A primeira dose sorvo em um gole só
E me sinto em casa ressurjo do meu pó

Eu gosto é de boteco, não falho um dia por mês
Cachaça a um real, um rollmops pro freguês
A sinuca com caída, poetas filhos da embriaguez
Então não me encare com essa pena no olhar
Talvez você não saiba, mas também tens o teu bar
Bem de perto somos uvas da mesma vinha
Então puxe a cadeira essa rodada é minha

Eu gosto é de boteco, não falho um dia por mês
Cachaça a um real, um rollmops pro freguês
A sinuca com caída, poetas filhos da embriaguez

Iedereen Met Zijn Verslaving

Wanneer de nacht valt, komt het donker me wekken
Dan volg ik mijn stappen en ga naar een of andere kroeg
De eerste shot drink ik in één teug
En ik voel me thuis, herboren uit mijn stof

Ik hou van de kroeg, ik mis geen dag per maand
Cachaça voor een euro, een rollmops voor de klant
De biljarttafel met een helling, dichters kinderen van de dronkenschap
Dus kijk me niet aan met die medelijden in je blik
Misschien weet je het niet, maar jij hebt ook je eigen kroeg
Van dichtbij zijn we druiven van dezelfde wijnstok
Dus trek een stoel aan, deze ronde is van mij

Ik hou van de kroeg, ik mis geen dag per maand
Cachaça voor een euro, een rollmops voor de klant
De biljarttafel met een helling, dichters kinderen van de dronkenschap

Escrita por: