11 & 6 (part. Fito Páez)
Oh, yeah
En un café, se vieron por casualidad
Cansados en el alma de tanto andar
Ella tenía un clavel en la mano
Él se acercó, le preguntó si andaba bien
Llegaba a la ventana en puntas de pie
Y la llevó a caminar por corrientes
Miren todos, ellos solos
Pueden más que el amor y son más fuertes que el olimpo
Se escondieron en el centro y en el baño de un bar
Sellaron todo, todo con un beso
Durante un mes vendieron rosas en la paz
Presiento que no importaba nada más
Y entre los dos juntaban algo
No sé por qué, pero jamás los volví a ver
Él carga con 11 y ella con 6
Y, si reía, le daba la Luna
Miren todos, ellos solos
Pueden más que el amor y son más fuertes que el olimpo
Se escondieron en el centro y en el baño de un bar
Sellaron todo, todo, todo, todo, todo, todo con un beso
Ahí va
Uh-uh-uh-uh-uh
Ah-ah-ah-ah
Eleven, six
Eleven, six
11, 6 (en un café)
11, 6 (se vieron por casualidad)
¿Qué pasa con esos botija', bo?
Dale, chabón, olvidate
Y son más fuertes que el olimpo (11, 6)
11, 6 (17)
Cómo estás pa' las cuentas, ¿eh?
Che (¿oh?)
Miren todos (miren todos)
Ellos solos (ellos solos)
En un café se vieron por casualidad
11 & 6 (met Fito Páez)
Oh, ja
In een café, zagen ze elkaar toevallig
Moegestreden in hun ziel van al dat lopen
Zij had een anjer in haar hand
Hij kwam dichterbij, vroeg of alles goed ging
Hij kwam bij het raam op zijn tenen
En nam haar mee om te wandelen door de straten
Kijk iedereen, zij alleen
Kunnen meer dan de liefde en zijn sterker dan de Olympus
Ze verstopten zich in het centrum en in de wc van een bar
Zegelden alles, alles met een kus
Een maand lang verkochten ze rozen in de vrede
Ik heb het gevoel dat niets anders ertoe deed
En tussen hen verzamelden ze iets
Ik weet niet waarom, maar ik heb ze nooit meer gezien
Hij draagt 11 en zij 6
En als hij lachte, gaf hij haar de Maan
Kijk iedereen, zij alleen
Kunnen meer dan de liefde en zijn sterker dan de Olympus
Ze verstopten zich in het centrum en in de wc van een bar
Zegelden alles, alles, alles, alles, alles, alles met een kus
Daar gaan ze
Uh-uh-uh-uh-uh
Ah-ah-ah-ah
Elf, zes
Elf, zes
11, 6 (in een café)
11, 6 (ze zagen elkaar toevallig)
Wat is er met die gasten, hè?
Kom op, man, vergeet het maar
En ze zijn sterker dan de Olympus (11, 6)
11, 6 (17)
Hoe gaat het met de rekeningen, hè?
Hé (oh?)
Kijk iedereen (kijk iedereen)
Zij alleen (zij alleen)
In een café zagen ze elkaar toevallig