395px

Carta de Cocadorus al alcalde de Ámsterdam

Eduard Jacobs

Brief van Cocadorus aan de burgemeester van Amsterdam

Meneer de burgemeester,

De reden waarom ik schrijf
Ik, die zoveel beter kan smoezen
't Heeft wel niet heel veel om het lijf
Maar ik ben gek van al het soezen

Onlangs was ik op het stadhuis
Ik heb de raad daar horen zuchten
En nauw'lijks was ik bij me thuis
Of 'k moest m'n hart eens even luchten

Eerstens, 'k g'loof 'k had nooit de eer
U onder mijn gehoor te tellen
Dat spijt me Edelachtb're heer
Veel meer dan ik u kan vertellen

Want u zoudt zien: zolang ik praat
Staat al het volk me aan te gapen
Bij mij ziet u nooit als in de raad
'n Chosen van verveling slapen

Toch werd er druk geredeneerd
Maar als men 't goed gaat beschouwen
Doet menig raadslid 't glad verkeerd
Met niet voorgoed zijn mond te houwen

Men geeft de burger voor hun geld
Toch enkel knollen voor citroenen
Dat doe ik ook op het Amstelveld
Maar 't loopt bij mij niet in miljoenen

Er kwam een huissie aan de beurt
Om onbewoonbaar te verklaren
D'r zei een: de muur die was gescheurd
En dat levert zoveel gevaren

Nou vraag ik u: Is dat niet bar
Waarom dan het gevaar der Beurs verzwijgen?
Ik hoop dat die verschwartzter nar
De bengel op z'n kop zal krijgen

't Speelhuis, daar in de Vondelstraat
Woudt g'als liefdadig niet erkennen
Dat is een fout en inderdaad
Dat zult u ook moeten bekennen

Ik had tot Pollietser gezeid:
"Er zijn hier duizenden die lijen
Toon ons maar je liefdadigheid"
Wat zou je toch een krieje snijen!

En nu tot slotte, excuseer
Dat ik u dit briefje heb geschreven
Maar ik kon niet slapen vooraleer
Ik, laat, het heb eerst afgegeven

Ik weet wel, dat u 't niet helpen kan
U rijdt hier niemand in de wielen
U is een gesjiewes van een man
Maar bij de raad zijn d'r een hoop schlemielen

Carta de Cocadorus al alcalde de Ámsterdam

Señor alcalde,

La razón por la que escribo
Yo, que puedo engañar mucho mejor
No es gran cosa
Pero estoy loco por todo el chismorreo

Recientemente estuve en el ayuntamiento
Escuché al consejo suspirar allí
Y apenas llegué a casa
Tuve que desahogar mi corazón

Primero, creo que nunca tuve el honor
De contar con su audiencia
Me apena, Excelentísimo señor
Mucho más de lo que puedo decirle

Porque vería: mientras hablo
Todo el pueblo me está mirando fijamente
Conmigo nunca verá como en el consejo
A alguien bostezando de aburrimiento

Sin embargo, se razonó mucho
Pero si se observa bien
Muchos concejales se equivocan
Al no cerrar la boca de una vez por todas

Se engaña a los ciudadanos con su dinero
Dando solo limones por naranjas
Yo también lo hago en el Amstelveld
Pero no me llevo millones

Se llegó a un caso de una casa
Para declararla inhabitable
Alguien dijo: la pared estaba agrietada
Y eso conlleva muchos peligros

Ahora le pregunto: ¿No es eso terrible?
¿Por qué ocultar el peligro de la Bolsa?
Espero que ese necio oscurecido
Reciba un buen golpe en la cabeza

La casa de juegos, en la calle Vondel
No quisiste reconocerla como benéfica
Eso es un error y de hecho
Tendrá que admitirlo también

Le dije al policía:
"Aquí hay miles que sufren
Muéstranos tu caridad"
¡Qué cara pondrías!

Y ahora, para terminar, disculpe
Por haberle escrito esta carta
Pero no podía dormir hasta
Entregarla, tarde, primero

Sé que no puede evitarlo
No está obstaculizando a nadie aquí
Es un hombre inteligente
Pero en el consejo hay muchos tontos

Escrita por: