Fatima
Je kent de vlakten, de woestijn
weet waar de zomers eeuwig zijn
Je proeft het zand nog op je tong
toen was je zorgeloos en jong
je wachtte op de karavaan
die bracht voor jou geschenken aan
bij de oase, bij de bron
hoor je nog hoe je moeder zong
Fatima, oh Fatima
waarom ben jij hier weggegaan
Fatima, oh Fatima
jij trok mee met de karavaan
Je zit nu in dit vreemde land
terwijl in jou het heimwee brandt
Je vader zocht voor jou een man
die de bruidsschat nog betalen kan
Je leeft in Brussel of in Luik
ver van familie en van thuis
Terwijl verdriet jouw hartje breekt
versta je de taal niet die men spreekt
Fatima, oh Fatima
wat hebben ze jou aangedaan
Fatima, oh Fatima
jij wil hier liever vlug vandaan
Terug naar de vlakte, de woestijn
waar Touaregs de koning zijn
en met geen enkele karavaan
zal je nog op verkenning gaan
Fatima
Du kennst die Ebenen, die Wüste
weißt, wo die Sommer ewig sind
Du schmeckst den Sand noch auf deiner Zunge
damals warst du sorglos und jung
Du wartetest auf die Karawane
die dir Geschenke brachte
bei der Oase, an der Quelle
hörst du noch, wie deine Mutter sang
Fatima, oh Fatima
warum bist du hier weggegangen?
Fatima, oh Fatima
du bist mit der Karawane gezogen
Jetzt bist du in diesem fremden Land
während in dir die Sehnsucht brennt
Dein Vater suchte dir einen Mann
der die Mitgift noch bezahlen kann
Du lebst in Brüssel oder Lüttich
fern von Familie und von Zuhause
Während der Kummer dein Herz bricht
verstehst du die Sprache nicht, die man spricht
Fatima, oh Fatima
was haben sie dir angetan?
Fatima, oh Fatima
du willst hier lieber schnell weg
Zurück zu den Ebenen, zur Wüste
wo die Tuareg die Könige sind
und mit keiner Karawane
wirst du noch auf Erkundung gehen