またねがあれば (matane ga areba)
おもえばこうかいは、ふたつくらいしかないな
omoeba koukai wa, futatsu kurai shika nai na
たんじょうびぷれぜんとが、わたせそうにないこと
tanjoubi purezento ga, watasesou ni nai koto
あなたにみせたかったふくが、むだになってしまったこと
anata ni misetakatta fuku ga, muda ni natte shimatta koto
さよならしなきゃいけないこと
sayonara shinakya ikenai koto
ああ、これでみつめか
aa, kore de mitsumeka
まあいっか
maa ikka
あなたのせいで、へやをかたさなきゃならないよ
anata no sei de, heya wo katasanakya naranai yo
あまりじかんがないのに、なんてことすんだ
amari jikan ga nai noni, nante kotosun da
でもふゆがこくなって、そんなはなしをきりだされたら
demo fuyu ga koku natte, sonna hanashi wo kiri dasaretara
つぎこそはないてしまうから
tsugi koso wa naite shimau kara
はるじゃだめですか
haru ja dame desu ka?
いやいや、はるのようきにあてられてら
iya iya, haru no yōki ni ateraretara
さすがのあなたも、いいにくいだろうから
sasuga no anata mo, iinikui darou kara
なつにしようなみだもあせといっしょにまぎれるから
natsu ni shiyou namida mo ase to issho ni magireru kara
でも、あついのはいやだからあきにしようよ
demo, atsui no wa iya dakara aki ni shiyou yo
なんて、いってみただけだよ
nante, itte mita dake dayo
あなたとすごしたさんじゅうろっかげつのなかに
anata to sugoshita sanjuurokkagetsu no naka ni
はんせいぶんのしあわせと、いっしょうぶんのこうかいが
hanseibun no shiawase to, isshoubun no koukai ga
うごいて、そだって、はくはんのはながさく
ugatte, sodatte, hakuhan no hana ga saku
わたしだけだったのかな
watashi dake datta no kana
あなたとくらしたさんじゅうろっかげつのひびは
anata to kurashita sanjuurokkagetsu no hibi wa
いっしょうぶんのしあわせだにどとはないぎょうこうだ
isshoubun no shiawase da nido to wa nai gyoukou da
それは、かわらないから
sore wa, kawaranai kara
あすにはすてるから
asu ni wa suteru kara
だまってうなずいて、いまははなしをきいてよ
damatte unazuite, ima wa hanashi wo kiite yo
ふしぎとそのときがきたら、かんたんになけないものだで
fushigi to sono toki ga kitara, kantan ni nakenai mono de
さいあくなきおとそうとかんがえたじぶんがはずかしい
saiaku nakiotosou to kangaeta jibun ga hazukashii
むねにあるかなしみのようりょうなんてとびこして
mune ni aru kanashimi no youryou nante tobikoshite
なみだよりさきにふざけんななんて
namida yori saki ni fuzakenna nante
わかってるふざけてるのは、わたしだ
wakatteru fuzaketeru no wa, watashi da
だらしないねがおかたっぽをさがすくつした
darashinai negao katappou wo sagasu kutsushita
ぜったい言わないありがとうたまにくれるはなのたば
zettai iwanai arigatou tama ni kureru hana no taba
そうやって、いつだって、いきてきたはずでしょう
sou yatte, itsudatte, ikite kita hazu deshou?
あゆんできたはずでしょう
ayunde kita hazu deshou?
またおなじはなし、なんかいきいてもあきないよ
mata onaji hanashi, nankai kiite mo akinai yo
すいどうすいのようなひび、たんさんのないこいのうた
suidousui no you na hibi, tansan no nai koi no uta
あじのないがむでもわたしはいんだよ
aji no nai gamu demo watashi wa iin da yo
すてるくらいならのみこんでしまえば、なんて
suteru kurai nara nomikonde shimaeba, nante
おもえばこうかいは、ふたつくらいしかないな
omoeba koukai wa, futatsu kurai shika nai na
たんじょうびぷれぜんとがわたせそうにないこと
tanjoubi purezento ga watasesou ni nai koto
あなたにみせたかったふくが、むだになってしまったこと
anata ni misetakatta fuku ga, muda ni natte shimatta koto
ああ、それからね
aa, sore kara ne
ともだちとしてもあえなくなりそうなこと
tomodachi toshite mo aenaku narisou na koto
あなたのなかのわたしは、いがいとちいさかったこと
anata no naka no watashi wa, igai to chiisakatta koto
いいたいことも、いわれたいことも、つきあいくらいにあったこと
iitai koto mo, iwaretai koto mo, tsukinai kurai ni atta koto
まとめればひとつだけなんだよ
matomereba hitotsu dake nanda yo
まだすきだったんだ
mada suki dattan da
あなたがのこしたさんねんぶんのおもいでが
anata ga nokoshita sannenbun no omoide ga
いっしょうぶんのしあわせが、いっしょうぶんのしあわせが
isshoubun no shiawase ga, isshoubun no shiawase ga
またねがあれば、なんてあがくよ
mata ne ga areba, nante agaku yo
あなたがくれたねなんかいってもたりないや
anata ga kureta ne nankai itte mo tarinai ya
いっしょうぶんのしあわせだまぎれもないこうふくだ
isshoubun no shiawase da magire mo nai koufuku da
いいなれないけれど、またねはないけれど
iinarenai keredo, mata ne wa nai keredo
さいごはわたしのほうからありがとうをいうから
saigo wa watashi no hou kara arigatou wo iu kara
あなたもわらってよ
anata mo waratte yo
ね、わらって
ne, waratte
ねえわらって
neee waratte
おもくならないようにいった
omoku naranai you ni itta
うわべだけのさよならじゃ
uwabe dake no sayonara ja
それもいみをなさないんだよ
sore mo imi wo nasanain da yo
それじゃあね
sore jaa ne
Als er een afscheid is
Als ik erover nadenk, zijn er maar twee spijtige dingen:
Dat ik je geen verjaardagscadeau kan geven,
Dat de kleren die ik je wilde laten zien, voor niets zijn geweest.
Dat ik je gedag moet zeggen.
Ach, zal ik je aankijken?
Nou ja, wat maakt het uit.
Door jou moet ik mijn kamer opruimen.
Ondanks dat ik niet veel tijd heb, wat doe je me aan?
Maar als de winter zo streng is, en dit ter sprake komt,
Zulke dingen maken me aan het huilen,
Is de lente niet beter?
Nee, nee, omdat ik door de lente beïnvloed word,
Zou je het moeilijk vinden om dat te zeggen.
Laten we het in de zomer doen, daar smelten de tranen samen met het zweet.
Maar ik hou niet van de hitte, dus laten we het in de herfst doen.
Ik zeg dat alleen maar.
In de dertig maanden die ik met jou doorbracht,
Zit een deel van het geluk en een deel van de spijt,
Ze bewegen, groeien, de witte bloesem bloeit.
Was ik de enige die dat zo voelde?
De dagen die ik met jou leefde gedurende dertig maanden,
Dat geluk, dat is iets dat je niet twee keer kunt meemaken.
Dat verandert niet,
Dus ik laat het morgen achter.
Knikkend, luister nu naar wat ik zeg.
Als het moment daar is, lijkt het een eenvoudige zaak om niet te huilen,
En de meest verschrikkelijke gedachten maken me beschaamd.
De aantallen van het verdriet in mijn borst zijn eindig,
Voor mijn tranen spot ik het eerst,
Ik weet dat degene die spot, ik ben.
Met een slordig gezicht zoek ik naar een sok,
Die 'dank je' zeg ik echt niet, een boeket soms,
Dat is hoe ik altijd geleefd heb,
Ik heb zo geleefd.
Ik kan dezelfde verhalen eindeloos aanhoren,
Routineachtige dagen, een geestdriftige liefde,
Zelfs als ik smaakloze kauwgom heb, ben ik er nog steeds.
Als ik het moet weggooien, kan ik het ook doorslikken.
Als ik erover nadenk, zijn er maar twee spijtige dingen:
Dat ik je geen verjaardagscadeau kan geven,
Dat de kleren die ik je wilde laten zien, voor niets zijn geweest.
Ach, en dat nog meer.
Dat we als vrienden niet meer kunnen afspreken,
In jou was ik kleiner dan ik dacht.
Wat ik wilde zeggen en wat ik wilde horen,
Als ik het bij elkaar optel, blijft er maar één ding over:
Ik hield nog steeds van je.
De herinneringen die je me liet, drie jaar lang,
Dat geluk dat is, zonder enige twijfel,
“Als er een afscheid is”, zeg ik terwijl ik worstel.
Jij gaf me zoveel, maar het is niet genoeg,
Dat geluk, zonder enige twijfel,
Ik kan het niet zo zeggen, maar er is geen afscheid.
Aan het einde zeg ik 'dank je' aan jou,
Dus lach ook.
Hé, lach,
Hé, lach,
Ik zei het zodat het niet zwaar wordt.
Een oppervlakkig vaarwel,
Dat betekent ook niets.
Nou, tot ziens.