Peter & Tom

Pedro y Tomás

Peter & Tom

Cuando estaba en la escuela, tenía como amigos a los chicos De Winter, Pedro y TomToen ik op school zat had ik als vrind de jongens De Winter, Peter en Tom
Si decías algo, Pedro siempre sabía másAls je iets zei wist Peter het beter
Tom no decía nada, porque Tom era tontoTom die zei niks, want Tom die was dom

Tom era más lento, Pedro sabía másTom was een slover, Peter wist beter
Hábil para hacer trampa, eso era lo importanteHandig te spieken, daar ging het maar om
Pedro avanzaba, Tom se quedabaPeter ging over, Tommie bleef zitten
Pedro sabía más y Tom era tontoPeter wist beter en Tom die was dom

Siempre fue asíAltijd is het zo gegaan
Pedro hacía las bromas, Tom recibía los golpesPeter de grappen, Tommie de klappen
Siempre fue asíAltijd is het zo gegaan
Pedro iba adelante y Tom detrásPeter liep voor en Tom achteraan

Pedro hacía negocios, iba a triunfarPeter deed zaken, zou 't gaan maken
Sin importarle lo correcto o lo incorrectoZonder te kijken wat recht was of krom
Prácticas cuestionables, pasaba por encima de los demásLinke praktijken, ging over lijken
Una vez a la semana iba a ver a TomEens in de week ging ie even naar Tom

Tom trabajaba duro, cargando cajas y bultosTommie was sjouwer, kratten en kisten
Tom estaba contento con una suma modestaTom was al blij met een povere som
Pedro decía: míramePeter die zei: kijk toch eens naar mij
Porque Pedro sabía más y Tom era tontoWant Peter wist beter en Tom die was dom

Pedro era un mujeriegoPeter was een vrouwengek
Con esas modelos de fotos rápidasMet van die snelle fotomodellen
Pedro era un mujeriegoPeter was een vrouwengek
Pero al final se casó con Tony van EckMaar trouwde ten slotte met Tony van Eck

Tony van Eck era terriblemente ricoTiny van Eck was vreselijk rijk
Un Porsche para Pedro, todo era posibleEen Porsche voor Peter, het kon allemaal
Fue atrapado con la secretariaWerd ie gesnapt met de secretaresse
Los pantalones en los tobillos, un gran escándaloBroek op zijn schoenen, een reuze schandaal

Fin de la ilusión, pelea estruendosaEinde illusie, knallende ruzie
Tom dijo: pero también fuiste tontoTommie die zei: maar je was ook wel stom
Pedro gritó: típico de esa mujerPeter die krijste: Typisch dat wijf
Porque Pedro sabía más y Tom era tontoWant Peter wist beter en Tom die was dom

Pedro gritaba, qué fastidioPeter schreeuwde, dat gezeik
Las mujeres no pueden soportar que los hombres tengan éxitoWijven die kunnen mannen niks gunnen
Pedro gritaba, qué fastidioPeter schreeuwde, dat gezeik
Tom no decía nada, pero daba la razón a TinyTom, die zei niks, maar gaf Tiny gelijk

Tiny compró una mansión enormeTiny die kocht een kast van een villa
Caballos y perros, una piscina, un barcoPaarden en honden, een zwembad, een boot
Tom ayudaba en la remodelaciónTommie kwam sjouwen bij de verbouwing
Tiny lo vio y expresó su quejaTiny die zag 'm en klaagde haar nood
Tiny se quejaba, Tom lo consolabaTiny die klaagde, Tommie die troostte
El amor llegó con banderas y tamboresLiefde kwam binnen met vaandel en trom
Cuando Pedro se enteró, discutieronToen Peter het hoorde, kregen ze woorden
Pedro sabía más y Tom era tontoPeter wist beter en Tom die was dom

Pedro gritó: es un escándaloPeter riep: 't is een schandaal
Qué hace ese arrastrado, ese furtivoWat doet die kruiper, stiekeme gluiper
Pedro gritó: es un escándaloPeter riep: 't is een schandaal
Se va con la mujer de su hermanoGaat met de vrouw van zijn broer aan de haal

Tom se casó con la mujer de PedroTom is getrouwd met Peter z'n vrouw
No tienen preocupaciones, viven lujosamenteZe hebben geen zorgen, ze wonen riant
Pedro está enojado, porque Tom está en la gloriaPeter is boos, want Tom zit op rozen
Pedro sabía más, pero fue descubiertoPeter wist beter, maar viel door de mand

Porque las cosas salieron mal con los negocios de PedroWant 't liep spaak met Peter zijn zaken
Deudas y fraude, eso es lo que pasaSchulden en fraude, dan vraag je d'r om
Pedro tuvo que pagar, Pedro está furiosoPeter moest bloeden, Peter is woedend
Pedro sabía más y Tom era tontoPeter wist beter en Tom die was dom

Pedro grita: por qué, por quéPeter roept: waarom waarom
Tom, maldita sea, tiene la suerte del tontoTom heeft verdomme 't geluk van de domme
Pedro grita: por qué, por quéPeter roep: waarom waarom
Porque Pedro sabía más y Tom era tontoWant Peter wist beter en Tom die was dom