Krijgslied

Canción de guerra

Krijgslied

Marchando por los bosques, por pantanos y la llanura.Marcheren door de wouden, door moerassen en de heide.
Sin ser vistos, sin hacer ruido, nos deslizamos por el bosque.Ongezien, maak geen geluid, we sluipen door het bos.
Nos acercamos al enemigo. Nuestras lanzas, nuestras hachas,We naderen de vijand. Onze speren, onze bijlen,
en posición para la amarga batalla que se avecina.getrokken in de aanslag voor de kom'de bitt're strijd.

El enemigo nos ha esperado, ahora estamos cara a cara con ellos.De vijand heeft ons opgewacht, we staan nu oog in oog met hen.
Podemos verlos, allí están, nos desean mal.We kunnen ze zien, ginds staan ze daar, ze zijn ons kwaadgezind.
Valientemente lucharemos, pelearemos hasta el último hombre.Dapper zullen we strijden, vechten tot de laatste man
¡La gloria nos espera al final de la batalla!Glorie zal ons opwachten aan het einde van de strijd!

Escudos se romperán y sus lanzas se astillarán,Schilden zullen breken en hun speren zullen versplinteren,
sangre fluirá inevitablemente, pero nosotros venceremos.Bloed zal vloeien onvermijd, maar overwinnen zullen wij.
Huesos se romperán y sus cráneos se astillarán.Botten zullen breken en hun schedels zullen versplinteren.
Sangre fluirá inevitablemente, ¡pero ellos morirán!Bloed zal vloeien onvermijd, maar sterven zullen zij!

CoroChorus
¡Guerreros!Krijgers!
¡A la batalla!Ten strijde!

Valhalla espera, para aquellos valientes,Valhalla wacht, op zij die dapper zijn,
para aquellos valientes, liberados del miedo.Op zij die moedig zijn, bevrijd van angst.
¡Sé valiente y lucha! Y si llegaras a morir,Wees dapper en vecht! En mocht gij sterven,
para que nos volvamos a encontrar en el Salón Dorado de Wodan.Opdat wij ons ooit wederzien in Wodans Gouden Hal. Chorus x 8