Steen

Piedra

Steen

En Drenthe yace una gran piedra,In drenthe ligt een grote steen,
Ya con cinco mil años de antigüedadAl dik vijfduizend jaar
Para unirse a otras grandes piedras,Om andere grote stenen,
Inamovible entre síOnwrikwaar bij elkaar
Esa gran piedra,Die grote steen,
Permanece allí a través de los siglosDie ligt daar maar door al die eeuwen heen
Pase lo que pase a su alrededor,Wat er ook rondom gebeurd,
Permanece en silencio esa piedra.Hij houdt zich stil die steen.

Quien ve esa piedra,Wie die steen ziet,
Quizás piense que yace bien allíDenkt misschien die steen die ligt daar goed
Simplemente descansando entre otras piedras,Beetje op andere stenen liggen,
Eso es todo lo que haceDat is alles wat die doet
Pero espera,Maar wacht,
De vez en cuando,Heel soms,
Y solo por la noche,En enkel 's nachts,
En una luna especialBij een bijzonder maan
El viento desde cierto ánguloDe wind uit een bepaalde hoek
De repente sopla fuerte.Trekt opeens stevig aan.

Ahora no es tan tranquilo allí,Nou is het daar zo stil niet meer,
Como era siglo tras sigloAls eerst eeuw in, eeuw uit
Como si una canción se deslizara en el vientoAlsof een lied zich op de wind
A través de esas piedrasDoor die stenen fluit
Parece un sonido de antaño,'T lijkt een geluid van lang gelee,
Desde una capa más profundaVanuit een diepere laag
Nos cuenta algo del pasado,Het deelt ons iets van vroeger mee,
Que se relaciona con el presente.Dat gaat over vandaag.

Así que no pienses demasiado rápidoDenk bij zo'n steen dus niet te snel
Sobre lo que esa cosa debe serWat of dat ding daar moet
Esa piedra no está allí sin razónDie steen ligt daar zomaar niet
Realmente sabe lo que hace...Die weet echt wat ie doet...