Leonardo

Leonardo

Leonardo

Leonardo vive en una torre,Leonardo woont boven in een toren,
construye pájaros de madera y pergamino.bouwt vogels van hout en perkament.
Los deja volar por la ventanaHij laat ze vliegen uit het raam
y los ve caer y buscaen ziet ze vallen en zoekt
el secreto que nadie conoce.naar het geheim dat niemand kent.

Leonardo, él cree en lo que hace,Leonardo, hij gelooft wat hij doet,
cree que debe ser así.hij gelooft dat het moet.
La gente volará,De mensen zullen vliegen,
la gente será libre.de mensen zullen vrij zijn.

Nadie ama a Leonardo,Niemand houdt van Leonardo,
Leonardo no ama a nadie.Leonardo houdt van niemand.

Lleno de supersticiones y endogamiaVol van bijgeloof en inteelt
bajo sombreros de fieltro marrónonder bruine vilten hoeden
el pueblo de la ciudad se arrastra juntos.kruipt het stadsvolk bij elkaar.
Leonardo es un mago.Leonardo is een tovenaar.
Leonardo es un mago...Leonardo is een tovenaar...

Leonardo, él cree...Leonardo, hij gelooft...

Leonardo, él cree...Leonardo, hij gelooft...