Samson is ziek

Sansón está enfermo

Samson is ziek

S: Mi nariz está seca
S: mijn neus is droog
No quiero comer
ik wil niet eten
G: tiembla y vibra
G: hij rilt en trilt
Está sudando
hij ligt te zweten
S: Me siento tan enfermo
S: ik voel mij toch zo ziek
tan enfermo
zo ziek
G: Creo que voy a llamar al médico
G: ik denk dat ik de dokter haal
Oh Sansón, ponte mejor pronto
och Samson, wordt toch gauw weer beter

S: Estoy tan cansado
S: ik ben zo moe
No quiero jugar
ik wil niet spelen
G: Así que estoy aquí aburrido
G: dus zit ik mij hier te vervelen
Sansón tiene la fiebre del perro
Samson heeft de hondekoorts
S: ¿Tienes - hatchie
S: heb jij - hatchie
¿Un pañuelo, Gert?
een zakdoek, Gert?
G: oh Sansón, mejorando pronto
G: och Samson, wordt toch gauw weer beter

G+K: Sansón, Sansón, ¿estás sufriendo?
G+K: Samson, Samson heb je pijn?
Estás tan enfermo como un perro
je bent zo ziek als een hond
Sansón, toma tu medicina
Samson, neem je medicijn
entonces estarás sano de nuevo mañana
dan ben je morgen weer gezond

G: Voy a medir su fiebre otra vez
G: ik zal z'n koorts nog maar eens meten
S: No Gertje, no, quiero algo de comida
S: nee Gertje, nee, ik wil wat eten
G: Sansón, ¿qué me estás diciendo ahora?
G: Samson, wat vertel je nu?
No sé lo que estoy oyendo
ik weet niet wat ik hoor opeens
S: Realmente me siento mejor de nuevo
S: ik voel me echt weer stukken beter

G+K: Sansón, Sansón estaba en tanto dolor
G+K: Samson, Samson had zo'n pijn
Estaba enfermo como un perro
hij was zo ziek als een hond
pero tomó su medicina
maar hij nam zijn medicijn
Está alegre y saludable de nuevo
hij is weer vrolijk en gezond

G+K: Sansón, Sansón estaba en tanto dolor
G+K: Samson, Samson had zo'n pijn
Estaba enfermo como un perro
hij was zo ziek als een hond
pero tomó su medicina
maar hij nam zijn medicijn
Está alegre y saludable de nuevo
hij is weer vrolijk en gezond