Tijd Was Ons Niet Zo Goed Gezind

El Tiempo No Nos Favoreció

Tijd Was Ons Niet Zo Goed Gezind

Stel mij de vraag cómo estásStel mij de vraag hoe het met je gaat
Me imagino cómo estásIk me voor de geest haal hoe het met je staat
Que aún íbamos a llamarnos para quedarDat we nog zouden bellen om af te spreken
Y como de costumbre, olvidamosEn zoals gewoonlijk weer zijn vergeten
Oh, pasaré por tu casa, vives al ladoAch ik loop wel langs, je woont toch hiernaast
Mañana será otro día, no hay prisaMorgen is er weer een dag, het heeft geen haast

El tiempo no nos favorecióTijd was ons niet zo goed gezind

Quiero saber cómo estásWil graag weten hoe met je gaat
Quiero saber cómo va todoWil graag weten hoe het staat
Escuchar y ver una sonrisaHoren en zien van een lach
Disfrutar de un hermoso díaGenieten van een mooie dag

Realmente es demasiado corto, pero también está bienEigenlijk te kort, maar ook wel weer goed,
No tengo idea de cómo decirlo realmenteGeen idee hoe ik het eigenlijk zeggen moet

Quizás nos veamos de nuevoMisschien zie ik je nog wel weer
En otras circunstancias, el tiempo con nosotros, la próxima vezOnder andere omstandigheden, de tijd dan met ons, een volgende keer