Blinde ogen

Ojos ciegos

Blinde ogen

Recuerdo bien tus ojos azulesIk weet nog goed dat in jouw blauwe ogen
Donde la luz aún no se había apagado para siempreHet licht nog niet voorgoed was uitgeblust
Cómo solíamos vagar juntos por los camposHoe wij saam vaak door de velden zwierven
Recoger flores era tu mayor alegríaBloemen plukken was je grootste lust
Con tus mejillas de alegría infantilMet je blos van kinderlijke blijdschap
Eras como una flor de primaveraWas je net een lentebloem gelijk
Niño, no debo recordar esas horasKind ik moet niet aan die uren denken
Cuando miro tus ojos ciegosAls ik naar jouw blinde ogen kijk

Todos te veían como un dulce ángelIedereen vond jou zo een lieve engel
Todos te consideraban un verdadero tesoroIedereen vond jou zo'n echte schat
Extraños decían cien vecesVreemde mensen zeiden honderd malen
Que tenías unos ojos tan hermososDat jij zulke mooie ogen had
Tenía preocupaciones en esos buenos díasIk had wel zorgen in die goede dagen
Pero contigo me sentía ricoMaar met jou gevoelde ik mij rijk
Ahora dudo del cielo y de la tierraTwijfel nu aan hemel en aan aarde
Cuando miro tus ojos ciegosAls ik naar jouw blinde ogen kijk

A veces veo a un mendigo ciegoZie ik soms een bedelende blinde
Oh, mi corazón se encoge de dolorOh dan krimpt mijn hart ineen van pijn
Me pregunto si ese será tu destinoVraag me af of dat jouw lot zal worden
Cuando ya no estéAls ik er eenmaal niet meer zou zijn
Pienso en ti cuando veo a un pobre desamparadoIk denk aan jou als ik zo een arme stumper
Entonces doy temblorosamente mi escasa limosnaBevend dan m'n povere aalmoes rijk
Niño, siento tanto miedo de morirKind ik voel zo'n angst om eens te sterven
Cuando miro tus ojos ciegosAls ik naar jouw blinde ogen kijk