Jan (de muziekleraar)

Jan (el profesor de música)

Jan (de muziekleraar)

Cuando tenía cuatro añosToen ik vier was
Me regalaron una armónicaKreeg ik een mondharmonica
Y la lancé tan lejos como pudeEn ik smeet 'm ook meteen zover ie vliegen kon
Pensaba que sacaría 'Appeltjes van Oranje'Ik dacht er "Appeltjes van Oranje" uit te krijgen
Pero a los diez años ya estaba detrás de un acordeónMaar op mijn tiende zat ik achter een accordeon
Tenía que trabajar con libros llenos de pentagramasIk moest boeken met notebalken doorwerken
Pequeños puntos negros bailando frente a tus ojosKleine zwarte puntjes dansend voor je neus
Sudaba intensamente con ese abracadabaWat heb ik zwaar op dat abracadaba zitten zweten
Trabajo esclavo a esa edad: escandalosoSlavenarbeid voor zo'n leeftijd: scandaleus

Jan, me enseñaste a tocarJan je hebt me leren spelen
Por eso te he maldecido muchas vecesWat heb ik je daarom vaak vervloekt
Jan, arruinaste mis tardes de miércolesJan, m'n woensdagmiddag naar de kloten
Robándome todas mis horas libresAl m'n vrije uurtjes afgesnoept

A lo largo de los años, eso me persiguióDoor de jaren zat dat aangewen me achterna
Si no podía subir al escenario, me volvía locoAls ik de planken niet op kon dan werd ik stapelwiert
Todo se sumía en un borrónDan verdronk alles in een waas
La razón se perdíaGing de zin ervan teloor
Recurría a las sustancias que desfiguran a una personaGreep ik naar het linkse spul dat een mens ontsiert
Día y noche en camino por una hora de músicaDag en nacht onderweg voor een uurtje spelen
Espera, frío, mala comida y hambre era mi parteWachten, kou, slecht voer en honger dat werd mijn deel
Tú ves las luces y el glamourJij ziet de spots en de glamour
Yo veo las cajas debajo del escenarioIk zie de kratjes onder de planken
Realmente tienes que amarloJe moet er echt van houen
Y si no, no es muchoEn anders is het niet veel