The Song Of Wandering Aengus

Het Lied Van De Dwalende Aengus

The Song Of Wandering Aengus

Ik wens naar het hazelaarbosI wish out to the hazel wood
Omdat er een vuur in mijn hoofd wasBecause a fire was in my head
En ik sneed en schilde een hazelstokAnd I cut and peeled a hazel wand
En haakte een bes met een draadAnd hooked a berry with a thread
En toen witte motten in de lucht warenAnd when white moths were on the wing
En motachtige sterren flonkerdenAnd moth-like stars were flickering out
Liet ik een bes in een stroom vallenI dropped a berry in a stream
En ving een kleine zilveren forel.And caught a little silver trout.

Toen ik het op de vloer had gelegdWhen I had laid it on the floor
Ging ik de vlammen op het vuur aanblazenI went to blow the fire aflame
Maar iets ritselde bij de deurBut something rustled on the door
En iemand noemde me bij mijn naam.And someone called me by by name.
Het was een glinsterend meisje gewordenIt had become a glimmering girl
Met appelbloesems in haar haarWith apple blossoms in her hair
Die me bij mijn naam noemde en wegrendeWho called me by my name and ran
En vervaagde door de opklarende lucht.And faded through the brightening air.

Hoewel ik oud ben van het dwalenThough I am old with wandering
Door holle landen en heuvelachtige strekenThrough hollow lands and hilly lands
Zal ik ontdekken waar ze heen is gegaanI will find out where she has goner
En haar lippen kussen en haar handen nemenAnd kiss her lips andc take her hands
En wandelen tussen het lange gevlekte grasAnd walk among long dappled grass
En plukken tot tijd en tijden voorbij zijnAnd pluck till time and times are done
De zilveren appels van de maan,The silver apples of the moon,
De gouden appels van de zon.The golden apples of the sun