Een dag sneeuw

Un día de nieve

Een dag sneeuw

Desde que te levantas:Je merkt het al bij 't opstaan:
No hay ruido afueraEr is buiten geen geluid
Y al mirar por la ventanaEn als je dan gaat kijken
Todo está blancoDan zie je 't door de ruit
Techos blancosDan zie je witte daken
Autos blancos afueraWitte auto's buiten staan
¿De dónde viene todo este blanco?Waar komt al dat witte toch vandaan?

¡Es la nieve! ¿Vamos't Is de sneeuw! En ga je mee
A través de la nieve en trineo?Door de sneeuw heen op de slee?

Te quedas junto a la ventanaJe blijft maar bij het raam staan
¿Qué te parece?Nou zeg, hoe vind je dit?
No se ha olvidado ninguna ramaEr is geen tak vergeten
Todos los árboles están blancosAlle bomen hebben wit
Debes vestirte rápidoJe moet je vlug aankleden
Comer rápido, abrigo puestoVlug eten, jasje aan
Y salir a la calle con tu gorro de lanaEn met je wollen muts de straat opgaan

¡Es la nieve! ¿Te unes't Is de sneeuw! En doe je mee
A través de la nieve en trineo?Door de sneeuw heen op de slee?

Pero por la tarde la calleMaar 's middags is de straat al
Está sucia por los autosDoor auto's vies en vuil
Las ramas han lloradoDe takken hebben alles wat sneeuw is
Todo lo que era nieveWeggehuild
La nieve se convierte en agua lodosaDe sneeuw wordt modderwater
Cuando cae del techoAls 'ie van het dak afvalt
No creo que tu trineo pueda deslizarse más...Ik denk niet dat je slee nog glijden zal...

Era la nieve ¿Querías venir't Was de sneeuw! En wou je mee
A través de la nieve en trineo?Door de sneeuw heen op de slee?