Laat de kindertjes tot mij komen

Deja que los niños vengan a mí

Laat de kindertjes tot mij komen

En el sendero del bosque en los páramosOp het bospad op de hei
Entre los puntos en el pradoTussen de dotters in de wei
En todas partes estaba mi hijo JesúsOveral kwam mijn kinderjezus
En su vestido blanco pasóIn zijn witte jurk voorbij
Su sonrisa detrás de las ventanas de nieblaZ'n glimlach achter beslagen ramen
Las froté para ver mejorIk wreef ze schoon om beter te zien
Si él me reconoció de levadurasOf hij me wel van gist'ren herkende
Desde el árbol de abedul tal vezVan bij de berkenboom misschien

Porque deja que los niños vengan a míWant laat de kindertjes tot mij komen
Dijo que el viento en los árboles de abedulZei de wind in de berkenbomen
Y no les impida venirEn verhinder ze niet om te komen
Porque de ellos son los ricosWant hunner is het rijk

En el sendero del bosque en los páramosOp het bospad op de hei
Entre los puntos en el pradoTussen de dotters in de wei
Donde quiera que pudiera encontrarme con élOveral kon ik hem tegenkomen
Por todas partes que pasabaOveral kwam hij voorbij
En niebla otoñal translúcidaIn doorzichtig herfstige nevels
Sus brazos abiertos, infinitamente anchosZijn armen open, eindeloos wijd
Y el rayo de sol que atrapé en mis ojosEn de zonnestraal die ik ving in mijn ogen
Lavar su mirada en mi infanciaWas zijn blik op mijn kindertijd

Porque deja que los niños vengan a míWant laat de kindertjes tot mij komen
Dijo la tormenta en los árboles desnudosZei de storm in de kale bomen
Y no les impida venirEn verhinder ze niet om te komen
Porque de ellos son los ricosWant hunner is het rijk

Le traje mis muñecas sin brazosIk bracht hem mijn poppen zonder armen
Le traje mi impulso y mi dolorBracht hem mijn drift en mijn pijn
Le traje mis sueños de infancia temerososBracht hem mijn angstige kinderdromen
Y mi conejo enfermoEn mijn zieke konijn
Y caminé sobre nieve frescaEn liep ik over verse sneeuw
A la luz de la lunaIn het licht van de maan
Vi por el camino de la plataZag ik aan het zilveren paadje
Que ya había ido hacia adelanteDat hij alvast vooruit was gegaan

Porque deja que los niños vengan a míWant laat de kindertjes tot mij komen
Cantó el viento en los árboles de inviernoZong de wind in de winterbomen
Y no les impida venirEn verhinder ze niet om te komen
Porque de ellos son los ricosWant hunner is het rijk

Desde entonces, ha cambiado principalmenteSindsdien is vooral veranderd
Que ya no soy un niño pequeñoDat ik geen klein kind meer ben
Aunque no puedo acostumbrarme a ella bienHoewel ik er niet goed aan kan wennen
Que no lo reconozco en ningún otro lugarDat ik hem nergens meer herken
Porque los niños que juegan afueraWant de kinderen die buiten spelen
A menudo me miran asombradoZe kijken me vaak verwonderd aan
Parece que soy el únicoZe kijken alsof ik de enige ben
¿Quién no lo ve pasar?Die hem niet voorbij ziet gaan

Deja que los niños vengan a míLaat de kindertjes tot mij komen
Tal vez eran sueños de niñosHet waren misschien wel kinderdromen
Pero no evitar que los niños sueñenMaar verhinder de kinderen niet om te dromen
Porque de ellos son los ricosWant hunner is het rijk