El Tamborilero

De Trommelaar

El Tamborilero

De weg die naar Bethlehem leidtEl camino que lleva a Belén
Daalt af naar de vallei die door sneeuw bedekt isBaja hasta el valle que la nieve cubrió
De herdertjes willen hun koning zienLos pastorcillos quieren ver a su rey
Ze brengen geschenken in hun bescheiden zakLe traen regalos en su humilde zurrón
Ropoponpon, ropoponponRopoponpon, ropoponpon
Hij is geboren in een stal in BethlehemHa nacido en un portal de Belén
Het kindje JezusEl niño Dios

Ik zou graag iets aan je voeten leggenYo quisiera poner a tus pies
Een geschenk dat je behaagt, HeerAlgún presente que te agrade, Señor
Maar je weet al dat ik ook arm benMas tú ya sabes que soy pobre también
En ik heb niet meer dan een oude trommelY no poseo más que un viejo tambor
Ropoponpon, ropoponponponRopoponpon, ropoponponpon
Ter ere van jou, voor de stal, zal ik spelenEn tu honor, frente al portal, tocaré
Met mijn trommelCon mi tambor

De weg die naar Bethlehem leidtEl camino que lleva a Belén
Ik markeer hem met mijn oude trommelYo voy marcando con mi viejo tambor
Er is niets beters dat ik je kan biedenNada mejor hay que te pueda ofrecer
Zijn schorre klank is een lied van liefdeSu ronco acento es canto de amor
Ropoponpon, ropoponponRopoponpon, ropoponpon
Toen God me zag spelen voor HemCuando Dios me vio tocando ante Él
Glimlachte Hij, glimlachte HijMe sonrió, me sonrió